Dit heb je nodig

DIT HEB JE NODIG

Feedervissen is ongehoord populair. Dat is niet vreemd: het is namelijk een leuke manier om veel vis te vangen. Het geheim is dat je met een voerkorf telkens een kleine hoeveelheid voer op precies dezelfde stek brengt. Op deze pagina’s zie je welke materialen je nodig hebt om goed voorbereid naar de waterkant te gaan.



DE VISPAS



Om in Nederland te vissen heb je meestal een VISpas nodig. Dit is tevens het bewijs van lidmaatschap van je hengelsportvereniging.



STOEL


Om comfortabel aan de waterkant te vertoeven is een stoeltje onmisbaar. Bij een ongelijke ondergrond is een visstoeltje met verstelbare poten ideaal. Een vis- of zitkist mag natuurlijk ook. Hierin kun je veel kleine materialen opbergen.



FEEDERHENGEL OF WINKLEPICKER



Een feederhengel is 3,5 tot 4 meter lang en heeft voldoende ruggengraat om een gevulde korf mee weg te zetten. Hoe zwaarder de voerkorf, hoe zwaarder de hengel. Een lichte tot medium zware hengel is voor stilstaand of licht stromend water, een zware hengel is voor de rivier.


MOLEN


De werpmolen moet in ieder geval op de spoel een lijnclip hebben waar je de lijn achter kunt haken zodat je telkens op dezelfde afstand werpt.



FEEDERSTEUN



Voor het feedervissen heb je een brede steun nodig. Zo kun je de hengel verleggen en de spanning op de hengeltop variëren.


VOERKORVEN


Diverse voerkorven voor verschillende omstandigheden: speedkorf om ver te werpen, gaaskorf voor stilstaand water en gesloten voerkorf voor dieper en stromend water.

HAKENSTEKER



Natuurlijk neem je altijd een hakensteker mee zodat je elke vis vlot en veilig kunt onthaken.



LIJN



Nylon hoofdlijn met een dikte van 18/00 tot 22/00 om je molen mee vol te spoelen. Vanaf 40 meter visafstand kun je ook voor gevlochten lijn van circa 10 pond trekkracht kiezen.



LOKVOER


Een zak kant-en-klaar lokvoer voor brasem. Voeg tijdens het vissen altijd wat aas als maden, casters en maïs toe voor extra aantrekkingskracht.


VOEREMMER



In een voeremmer kun je gemakkelijk je lokvoer met een beetje water mengen.


AAS EN AASDOOS


Zonder aas zul je weinig vangen. Brood, maden en wormen zijn goede aassoorten. Bewaar de maden en wormen in een bakje met luchtgaatjes in de deksel.


ONDERLIJNEN


Mapje met kant-en-klare onderlijnen met een dikte van 12/00 en 14/00 en een lengte van 60 tot 100 cm.


HAKEN


Neem haakjes mee in de maten 12 tot 18 voor diverse soorten aas. Hoe groter het aas en de vis, hoe groter de haak.


LANDINGSNET


Neem altijd een landingsnet mee zodat je grotere vis gemakkelijk kunt landen.