Vissen en vangen

De vaste hengel, meestal vaste stok genoemd, is razend populair. En dat is logisch, het is namelijk een erg leuke en actieve manier van vissen. VIS TV-presentator Ed Stoop legt je precies uit waar je op moet letten als je met de vaste stok gaat vissen.

Foto: Meer heb je niet nodig: een vaste hengel, wat klein materiaal, wat aas en voer en eventu eel een stoeltje of matje om op te zitten.



Om vis naar je stek te lokken gebruik je lokvoer. Lokvoer ku n je kant-enklaar kopen maar kun je ook zelf samenstellen uit diverse meelsoorten, zoals broodmeel, koekjesmeel en kokosmeel. Voeg altijd wat aas als maden en/of mais toe voor extra aantrekkingskracht.



Maak je lokvoer zo nat dat je er ballen van kunt kneden en maak wat balletjes zo groot als een mandarijn. Voer hooguit een paar balletjes en altijd recht onder je hengeltop, zodat je bij wind of stroming altijd je voerplek ku nt bereiken.



Voer regelmatig, zo om de tien minuten, een klein beetje aas bij. Tot een meter of 5 kun je dit met de hand doen, verder weg gaat het beter met een werppijpje. Het gebruik van de katapult is in Nederland verboden.


Peil de dobber altijd lekker ‘scherp’ af. Dit betekent dat je zoveel lood op de lijn zet dat alleen de a ntenne van de dobber een stukje boven water uit komt.



Zo zet je een peilloodje vast. Trekt het lood de dobber onder, schuif deze da n net zola ng omhoog tot het puntje van de dobber nét boven water uitsteekt. Je vist nu strak tegen de bodem. Er zijn echter ook vissen die een eind boven de bodem
zwemmen. Dus als je bij de bodem geen beet krijgt kun je de dobber een stuk omlaag schuiven zodat het aas tussen ‘water en wind’ wordt aangeboden.



Als je met brood vist, vouw da n een plukje (wit)brood om het haakje en druk het plat. Brood weekt echter snel va n de haak, vandaar dat vaak wordt gevist met maden. Bij maden prik je de haakpunt door het velletje va n het dikke gedeelte. Werp af en toe een paar maden bij de dobber om de vis tot azen aan te zetten. Vis je met wormen, prik dan de haak midden door de
worm en vervolgens nog een keer er vlak naast zodat hij stevig vast zit.



Grotere vissen moet je altijd landen met een la ndingsnet of schepnet. Zo weet je zeker dat de lijn niet breekt en komt de vis veilig binnen handbereik. Kleinere vissen kun je gewoon uit het water tillen.



Onthaken is simpel: hou bij het onthaken de lijn strak. Sla de hakensteker om de lijn en schuif deze naar beneden om de haaksteel. Duw de haak nu voorzichtig uit de bek. Knip bij een diep geslikte haak de lijn zo kort mogelijk af en zet de vis terug.

Let op: pak de vis altijd met natte handen vast!



Ik ben niet voor niets verslaafd aan het vissen met de vaste stok! Dit soort brasems van een kilo zwaar zijn echt hartstikke leuk om te vangen.