Knopen en Montages

Een goede knoop is het halve werk. Op deze pagina's leer je hoe je (speld)wartel aan een nylon lijn vastknoopt met een halve bloedknoop en hoe je een voorslagknoop maakt om een dikkere voorslag aan een hoofdlijn te bevestigen.

Ook wordt uitgelegd hoe je een platvispaternoster en een gulonderlijn kunt maken.

 

 

HALVE BLOEDKNOOP



Steek de lijn door het oog van de wartel en trek de lijn circa 10 centimeter door.
Draai dit stuk lijn vijf keer om het andere lijngedeelte.
Haal de lijn door de opening boven het warteloog.
Bevochtig de knoop en trek hem stevig aan

VOORSLAGKNOOP

De dikke voorslag wordt als volgt aan de hoofdlijn geknoopt:



In de voorslag wordt een 8-knoop gelegd. Steek de dunne hoofdlijn door de lussen van de 8-knoop, zoals op de tekening. Laat circa 15 centimeter hoofdlijn uitsteken.
Trek de 8-knoop stevig aan en maak met de 15 centimeter hoofdlijn een forse lus.
Haal de lijn zes keer door de lus, bevochtig de lijn en trek hem aan tegen de achtknoop die als en soort stuitje dienstdoet.
Knip de uiteinden af en de voorslagknoop is klaar.





PLATVISPATERNOSTER


Voor het vissen vanaf de kant op platvis is een paternoster ideaal. Een paternoster bestaat uit een dikke 50 tot 70/00 nylon lijn met bovenaan een lus en onderaan een speldwartel. Op de dikke lijn zitten twee of drie zijlijntjes van 30 tot 40/00 nylon, die meestal via een afhouder zijn bevestigd. Aan het zijlijntje zit een haak in de maat 6 of 4. Aan de speldwartel bevestig je het lood of een loodvervanger.



GULONDERLIJN



Voor gul (jonge kabeljauw) en kabeljauw, maar ook voor zeebaars kun je een onderlijn gebruiken met één forse haak. Het hoofdgedeelte bestaat uit een circa 80 centimeter lang stuk lijn van 50 tot 70/00 nylon. Via een stalen afhouder wordt hieraan een 60 tot 80 centimeter lange haaklijn of "wapperlijn" geknoopt van circa 50/00 nylon. Kies een haak 3/0 tot 5/0 waar met gemak drie zeepieren of een hele zager op passen.



JOJOSYSTEEM



Een gulonderlijn kan ook schuivend worden gemaakt door middel van het zogenaamde JOJO systeem. Hierbij is een stuk nylonlijn van 50 tot 70/00 via een voorslagknoop verbonden aan een 50/00 haaklijn. Op de dikke lijn zit een wartel, waardoor een schuivend systeem ontstaat. Een grote kraal tegen de verbindingsknoop zorgt dat de wartel niet over de haaklijn schuift. Het voordeel van dit systeem is dat de vis bij het binnendraaien altijd onder het lood komt te hangen en de kans op verspelen aan obstakels klein is.